Lagere VNG-normbedragen 2017 voor onderwijshuisvesting onbegrijpelijk

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft onlangs de prijsbijstelling normbedragen onderwijshuisvesting 2017 gepubliceerd. De vergoedingen voor (vervangende) nieuwbouw en uitbreiding van onderwijshuisvesting dalen in 2017 ten opzichte van het jaar 2016. Voor onderwijsinstellingen is dit een onbegrijpelijke ontwikkeling. Nog extra in het licht van de aanscherping van de technische (duurzaamheids-)eisen in combinatie met de opgaande markt .

De VNG-normbedragen bepalen hoeveel budget gemeenten beschikbaar stellen voor nieuwbouw en/of uitbreiding van onderwijshuisvesting. De bouwkosten beslaan het grootste deel van het bij een bouwproject benodigde budget. Het startbedrag voor de bouwkosten van onderwijsinstellingen in 2017 laat een daling van 3,6% zien ten opzichte van het startbedrag van 2016.

De verlaagde VNG norm is een onbegrijpelijke ontwikkeling aangezien aan onderwijshuisvesting steeds hogere eisen worden gesteld. Een voorbeeld daarvan is het aantal aangescherpte eisen vanuit het Bouwbesluit en vanuit Frisse Scholen Klasse B. Daarnaast worden scholen vanaf 2020 verplicht om Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG) te realiseren. Bovendien hebben ook de scholen te maken met een opgaande markt, waarbij momenteel sprake is van een prijsopdrijvend effect.

De normbedragen en daadwerkelijke kosten voor de nieuwbouw van scholen komen hierdoor nog verder uiteen te liggen. VKZ ziet bij diverse gemeenten dat maatoplossingen mogelijk zijn (onder andere door extra bijdragen vanuit de gemeente) wanneer reeds in het voortraject hierover de dialoog wordt opgestart tussen de betrokken partijen. De afstemming in het voortraject is dan ook voorwaardelijk voor het komen tot haalbare projecten, met als resultaat onderhuishuisvesting die voldoet aan de eisen en wensen van de onderwijsinstelling.

Voor meer informatie hierover kunt u mailen naar info@vkzbv.nl en/of bellen met +31 30 251 74 76.