Effecten vennootschapsbelasting voor gemeente beheersbaar

Nu per 1 januari de vennootschapsbelasting (Vpb) voor overheidsondernemingen is ingevoerd, verandert er veel voor gemeenten. En met name voor het gemeentelijke grondbedrijf[1]. In dit artikel worden de meest recente ontwikkelingen inzake de Vpb besproken. VKZ BV (VKZ) heeft de afgelopen periode diverse gemeenten hierover geadviseerd.

Ondernemer ja of nee?
De Vbp moet worden afgedragen over winstgevende overheidsondernemingen. Om te bepalen of sprake is van een winstoogmerk bij het gemeentelijk grondbedrijf heeft het SVLO[2] een ‘quickscan’ opgesteld waarbij in een paar snelle stappen inzichtelijk gemaakt kan worden of een gemeente kan worden aangemerkt als onderneming. Het meerjarenperspectief (MPG) van het gemeentelijk grondbedrijf wordt hierbij gecorrigeerd op grondbedrijf vreemde activiteiten, kapitaalstortingen en onttrekkingen, teveel gerekende rente en toekomstige prijsstijgingen. Indien een grondbedrijf een winstoogmerk blijkt te hebben dient een openingsbalans te worden opgesteld.

De gevolgen voor een winstgevend gemeentelijk grondbedrijf zijn o.a. afhankelijk van de waardering van de grondpositie per 1 januari 2016 (begin-/openingsbalans[3]) waarbij de waardering dient plaats te vinden tegen de waarde in het economisch verkeer middels de discounted cashflow methodiek (DCF)[4].

Wat te doen binnen het grondbedrijf?
De werkwijze en het karakter van het grondbedrijf verschillen per gemeente. De afbakening van activiteiten, het wel of niet fiscaal ondernemen en de waardering van de grondposities bepalen de uiteindelijke belastingdruk en daarmee de balans van de gemeente.
In relatie daarmee is het goed voor de gemeenten die het aangaan het volgende te doen:

  • Het opstellen van de genoemde quickscan gebaseerd op de MPG van 2016
  • Indien sprake is van een onderneming, moet een openingsbalans worden opgesteld
  • Het opnemen van deze quickscan in de jaarlijkse control & planning cyclus.

De aangifte over 2016 dient op zijn vroegst in het voorjaar van 2017 plaats te vinden. Dit jaar kan daarom worden gebruikt voor onderzoek naar mogelijke fiscale optimalisaties, het onderzoeken en markeren van mogelijke vrijstellingen en een actuele waardering van de grondpositie van uw gemeente. De waardering van de grondpositie dient (met terugwerkende kracht) te gebeuren om de openingsbalans op tijd op orde te hebben.

Voor vragen en advies over dit onderwerp kunt contact opnemen met VKZ. Wij helpen u graag dit onderwerp verder op een goede manier te verwerken in uw bedrijfsvoering.

[1]     De Vpb geldt voor meerdere vormen van overheidsondernemingen, hier gaan we in dit kader niet op in.
[2]     De koepelverenigingen Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW), het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst hebben de handen ineen geslagen. Deze samenwerking heet Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden (SVLO). Het SVLO heeft diverse publicaties en handreikingen rondom de invoering van de Vpb verstrekt.
[3]     Voor de winstbepaling voor de Vpb wordt de begin-/openingsbalans en de eindbalans gebruikt als grondslag.
[4]     De DCF dient te voldoen aan bepaalde regels, onder ander eisen aan de disconteringsvoet / Weighted Average Cost of Capital (WACC).